Samen koers zetten voor de toekomst!

Met een goed gevoel kijk ik terug op het congres van PvdA-GroenLinks. Het was een dag met historische waarde, maar vooral één die de blik vooruit richtte. Of je nu in de zaal zat, thuis meekeek of later terugblikte – het congres stond in het teken van richting geven, politieke moed tonen en de koers bepalen voor de komende jaren.

De dag liet me niet los. Niet vanwege de symboliek, maar door de scherpte van de gesprekken en de politieke helderheid die in meerdere sessies voelbaar was. Ik nam deel aan twee programma’s die de kern van urgente vraagstukken blootlegden: de financiële verhoudingen tussen het Rijk en gemeenten, en het migratiebeleid in relatie tot demografie en arbeidsmarkt.

Tijdens de sessie over de financiële toekomst van gemeenten werd duidelijk hoe diep het probleem zit. Het ravijnjaar draait niet om één begrotingsgat, maar om een drietal structurele tekorten die zich tegelijk opstapelen: de korting op het gemeentefonds, het aanhoudende gat in de jeugdzorgfinanciering en het effect van foutieve rijksramingen. Alleen het laatste punt kreeg minimale erkenning in de voorjaarsnota, terwijl de daadwerkelijke problemen blijven liggen bij de gemeenten.

De impact van deze tekorten is allesbehalve abstract. De discussie toonde hoe gemeenten worden geconfronteerd met de afbraak van publieke voorzieningen, terwijl zij wél gehouden worden aan sluitende begrotingen. In de zaal klonk de ongemakkelijke maar terechte vraag: “Moeten we begrotingen bewust onder druk zetten om duidelijk te maken dat het zo niet langer gaat?” VNG adviseert gemeenten inmiddels om stelposten voor tekorten zichtbaar te maken, maar provinciale toezichthouders wijzen die aanpak vaak af. Daarmee wordt de gemeenteraad feitelijk buiten spel gezet, zelfs wanneer zij kiest voor investeringen in bestaanszekerheid.

Kamerlid Glimina Chakor maakte dit pijnlijk tastbaar. Ze benoemde dat het ‘ravijnjaar’ op lokaal niveau betekent dat bibliotheken sluiten, gehandicaptenkaarten verdwijnen en kwetsbare mensen hun laatste anker verliezen. Haar oproep tot solidariteit tussen gemeenten, én tussen Kamer en gemeenten, kreeg steun uit de zaal. De kern van het probleem werd glashelder verwoord: het is niet de beleidsbereidheid die ontbreekt, maar de politieke eerlijkheid om de juiste keuzes structureel mogelijk te maken.

Ook de sessie over migratie en demografie bood geen gemakkelijke antwoorden, maar wel heldere analyses. Demografische trends, economische afhankelijkheid en draagvlak kwamen samen in een verhaal dat de complexiteit niet uit de weg ging. De spreker stelde de juiste vraag: “Als Nederland richting de 20 miljoen inwoners groeit, wat vraagt dat van onze woningvoorraad, zorgcapaciteit en het onderwijs?” De natuurlijke bevolkingsgroei vlakt af, en migratiepatronen zijn grillig. Tegelijkertijd leunt onze economie steeds zwaarder op arbeidsmigratie – zonder dat onze ruimtelijke ordening en publieke voorzieningen daarop zijn voorbereid. Het gaat hier niet om wensdenken of angstpolitiek, maar om het nemen van regie.

In de analyse werd het onderscheid tussen asiel- en arbeidsmigratie scherp neergezet. Waar het politieke debat zich vaak toespitst op asielzoekers – een relatief klein deel van het migratiesaldo – zit de werkelijke demografische impact in de structurele instroom van arbeidsmigranten. Sectoren als distributie en de vleesindustrie draaien op mensen in kwetsbare posities, met te weinig rechtsbescherming en vaak slechte woonomstandigheden. De oproep om paal en perk te stellen aan uitbuiting, onder het motto “goede werkgevers of geen werkgevers”, is niet alleen terecht maar ook hoognodig. Onze fractie werkt daarom aan een pamflet dat zowel arbeidsmigranten als hun buren wil beschermen – vanuit solidariteit, niet vanuit verdeeldheid.

De gevolgen van vergrijzing kregen in de sessie extra scherpte door het inzoomen op de ‘mantelzorgratio’ – de verhouding tussen ouderen en mensen die hen informeel kunnen ondersteunen. Die verhouding verslechtert structureel, terwijl de zorgvraag blijft toenemen. Het idee dat mensen eenvoudigweg meer uren moeten draaien of langer doorwerken, houdt geen stand. Het demografisch dividend is op. Als we toekomstige tekorten willen voorkomen, moeten we investeren in productiviteit via onderwijs, technologie en sociaal beleid – en juist dáár wordt nu op bezuinigd.

Wat mij bijzonder bijbleef, was de confronterende conclusie over de regionale scheefgroei. Terwijl investeringen sneller ‘renderen’ in stedelijke gebieden, raken krimpregio’s steeds verder achterop: met verdwijnende mbo-locaties, eenzame ouderen en sluitende buslijnen. De spreker pleitte overtuigend voor een investeringsstrategie die recht doet aan álle regio’s. Nederland kan niet blijven leunen op één been – en ook niet op één verhaal.

De kracht van deze sessie zat in het nuchtere perspectief: geen slogans over een vol land, maar fundamentele vragen over de richting die we op willen. Welke sectoren verdienen we aan? Welke mensen en regio’s nemen we mee? En wat vraagt dat van onze politieke keuzes? Eerlijke omgang met migratie begint bij duidelijke vergunningen, goede huisvesting, sociale bescherming en een betrouwbare overheid – op lokaal én Europees niveau.

Aan het eind van de dag sloot Frans Timmermans het congres af met een toespraak die zowel richting gaf als verbond. Hij benadrukte dat we ons niet laten voorschrijven wie we zijn of waar we voor staan – zeker niet door andere partijen. Wat we vandaag hebben laten zien, is dat we ons altijd blijven inzetten voor vrede, solidariteit en medemenselijkheid. Het is nu het moment om ons te verenigen als sociale meerderheid die samen vooruit wil. Dat vraagt om duidelijke keuzes en concrete beloften waarmee we Nederland verder brengen.

Timmermans schetste een koers waarin we de woonstilstand doorbreken en bouwen voor iedereen, ongeacht inkomen of afkomst. Een koers naar een groene toekomst waarin mens en natuur samen floreren. En een samenleving waarin inkomens niet alleen de eindjes aan elkaar knopen, maar mensen de ruimte geven om te leven. Zijn woorden resoneerden met een verlangen naar leiderschap dat beschermt – onze democratie, onze vrijheden en elkaar. Naar een samenleving waarin de sociale basis weer op orde is: met leraren, huisartsen en wijkagenten die er gewoon zíjn wanneer je ze nodig hebt.

Tijdens het congres zijn ook vele moties behandeld en aangenomen die deze koers kracht bijzetten. Samen vormen zij het fundament onder een glasheldere belofte: dat we niet blijven steken in wat niet werkt, maar dat we kiezen voor wat er wél kan. Zoals Timmermans het zei: “Dit is geen moment van tegenhouden, maar van vooruitgaan – samen, vastberaden en sociaal!”

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *