Meer ruimte voor vertrouwen, maar ook meer vragen: gemeenten bereiden zich voor op nieuwe Participatiewet
De Participatiewet gaat op de schop. Tijdens een bijeenkomst lichtte de VNG toe hoe 23 wetswijzigingen, gebundeld onder de naam Participatiewet in balans, gemeenten moeten helpen om meer maatwerk te leveren en uit te gaan van vertrouwen. Tegelijkertijd werd duidelijk dat juist die versoepelingen nieuwe uitdagingen met zich meebrengen. Van de manier waarop giften worden beoordeeld tot het ingewikkelde vraagstuk van vermogens- en schuldentoetsen: gemeenten staan aan de vooravond van een omvangrijke verandering in hun sociale beleid.
De bijeenkomst begon met een terugblik op de aanleiding voor deze herziening. Gemeenten, inwoners en maatschappelijke organisaties hebben de afgelopen jaren steeds vaker aangegeven dat de Participatiewet in de praktijk te complex is en te veel uitgaat van wantrouwen. Er werd daarom besloten tot een brede herziening, die in drie sporen wordt uitgewerkt. Spoor 1 richt zich op aanpassingen die snel verschil moeten maken, Spoor 2 op fundamentele wijzigingen op de langere termijn, en Spoor 3 op het versterken van kennis en professionaliteit bij uitvoerende medewerkers.
In deze bijeenkomst lag de nadruk op de praktische uitvoering van enkele belangrijke onderwerpen waarin de nieuwe regels het meest ingrijpen. Daarbij ging speciale aandacht uit naar de regels rond giften, de manier waarop het vermogen van bijstandsgerechtigden wordt vastgesteld en het bieden van mantelzorg. Deze onderdelen leiden in de praktijk tot veel vragen, omdat ze nauw samenhangen met zowel rechtmatigheid als de ruimte voor maatwerk. Zo werd uitgebreid stilgestaan bij de vraag hoe gemeenten straks toetsen of giften wel of niet moeten meetellen, hoe vermogens- en schuldensituaties in beeld worden gebracht en hoe mantelzorgers tijdelijk kunnen worden vrijgesteld van verplichtingen.
De juristen en beleidsadviseurs die tijdens de bijeenkomst het woord voerden, benadrukten dat de versoepelingen tegelijk nieuwe risico’s en dilemma’s creëren. Vooral de vermogensregels werden door een van de sprekers een “draak” genoemd, omdat ze volgens uitvoerders moeilijk uitvoerbaar zijn en ruimte geven aan ongewenste situaties. Bijvoorbeeld wanneer iemand bewust grote schulden maakt om vermogen te verlagen en zo aanspraak op bijstand houdt. Ook de nieuwe giftenregeling, waarbij giften tot 1.200 euro niet meer uit eigen beweging gemeld hoeven te worden, roept vragen op over hoe toezicht en vertrouwen in balans blijven.
Verder kwam aan de orde dat de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer ondanks de val van het kabinet geen vertraging oploopt. Omdat de Tweede Kamer al vóór het aftreden akkoord was, wordt verwacht dat de Eerste Kamer kort na de zomer kan stemmen. Als de wet wordt aangenomen, zullen de eerste wijzigingen waarschijnlijk per 1 januari 2025 ingaan. De VNG bereidt daarom samen met Divosa en Stimulansz praktische handreikingen waarmee gemeenten zich kunnen voorbereiden op de implementatie.
Tot slot benadrukten de sprekers dat deze hervorming niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een bredere beweging naar een uitvoeringspraktijk waarin bestaanszekerheid, vertrouwen en rechtvaardigheid meer centraal komen te staan. Tegelijk werd erkend dat dit in de praktijk veel vraagt van gemeenten. Goede informatievoorziening, training van medewerkers en samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties zijn volgens de VNG onmisbaar om deze verandering zorgvuldig en haalbaar in te voeren.
Wie meer informatie wil, kan bij de VNG terecht voor documentatie, een nulmeting die later deze zomer beschikbaar komt en een overzicht van de stappen die gemeenten kunnen nemen om zich voor te bereiden op de nieuwe regels.
Divosa en Stimulansz zijn beiden actief rondom de Participatiewet, maar op verschillende manieren. Divosa, als vereniging van gemeentelijke sociale diensten, werkt aan het verbeteren van de Participatiewet en ondersteunt gemeenten bij de uitvoering ervan. Stimulansz, een adviesbureau, levert expertise en instrumenten aan gemeenten om de wet effectiever uit te voeren, onder andere via de Divosa Benchmark Werk & Inkomen, een samenwerking met Divosa en BMC Onderzoek.