Leergang Burgerberaad start najaarsmodule met focus op verbindende en geweldloze communicatie

Voor mij is de najaarsmodule van de Leergang Burgerberaad, Dialoog en Participatie weer van start gegaan met de centrale vraag: wat maakt een gesprek werkelijk goed, en hoe ontdek je samen wat er echt toe doet? Begin je bij de oplossing of deel je eerst de onderliggende behoefte?

Gastdocent was Martin van der Meulen, pionier in Nederland op het gebied van verbindende communicatie. Zijn aanpak legde de nadruk op doen in plaats van theorie, met een raamwerk dat houvast biedt: van waarneming naar gevoel, van behoefte naar een concreet verzoek – zowel richting de ander als naar jezelf.

Het ochtendprogramma maakte duidelijk dat goede deliberatie begint bij zelfonderzoek. Met de ‘pijl naar binnen’ werd eerst onderzocht wat er in iemand zelf geraakt wordt, voordat het gesprek met de ander wordt aangegaan. Zo ontstond ruimte voor zorgvuldige communicatie en aandachtig luisteren. Oordelen werden daarbij niet gezien als fouten, maar als signalen van onderliggende behoeften. Een oordeel als ‘gesloten’ verwees bijvoorbeeld naar de behoefte aan openheid en verbinding. Ook taalprecisie speelde een grote rol: het onderscheid tussen echte gevoelens en quasi-gevoelens (‘ik voel me genegeerd’) bleek gesprekken te verhelderen en spanningen te verminderen.

De sessie liet bovendien zien dat dezelfde gebeurtenis voor verschillende mensen uiteenlopende gevoelens kan oproepen, afhankelijk van welke behoefte wel of niet vervuld wordt. Het simpele voorbeeld van ‘te laat komen op een afspraak’ werd daarbij veelzeggend: voor de een roept dit irritatie op vanuit de behoefte aan betrouwbaarheid, voor de ander verdriet vanuit de behoefte aan erkenning. Daarmee werd voelbaar hoe belangrijk het is behoeften expliciet te maken, ook omdat die cultureel verschillend worden ingevuld. Wat in de ene cultuur als respectvol oogcontact geldt, wordt in een andere context juist als wegkijken ervaren.

Een ander inzicht dat naar voren kwam, is dat irritatie over een ander vaak wijst op iets dat je zelf te leren hebt. Een allergie kan zo de spiegel zijn van een verwaarloosde behoefte bij jezelf. Tegelijkertijd werd benadrukt dat empathie grenzen kent: inleven mag nooit doorschieten naar inleveren. Een goed gesprek vraagt om balans tussen helder zijn over je eigen belang en open staan voor de ander.

Om die balans te verkennen presenteerde Van der Meulen een model met twee assen: helderheid over eigen belang en empathie voor de ander. Daarmee werden vier posities zichtbaar. Wie alleen zijn eigen belang nastreeft, drukt door en loopt het risico relaties te verliezen. Wie uitsluitend de ander centraal stelt, verliest zichzelf en gaat op in de rol van pleaser. In het midden ligt het compromis, waarin ieder iets inlevert maar de uitkomst vaak middelmatig blijft. Pas in de rechterbovenhoek, waar eigen belang en empathie samenkomen, ontstaat de win–win: oplossingen waarin zowel eigen als andermans behoeftes erkend en vervuld worden. Dat vraagt om bereidheid tot verbinding, flexibiliteit in de uitkomst, stevigheid in het formuleren van je eigen behoefte en een open, nieuwsgierige houding waarin weerstand wordt gezien als signaal van iets dat nog niet gehoord is.

In de middag volgde een verdiepende reflectie op het gastcollege en een gesprek met oud-deelnemers van burgerberaden. Hun ervaringen lieten zien hoe deze gespreksvaardigheden in de praktijk bijdragen aan vertrouwen, gelijkwaardigheid en het vinden van gezamenlijke grond.

Met deze start is de toon weer gezet voor verdere verdieping in burgerberaad, dialoog en participatie in de komende maanden.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *