Vossenjacht
Lang voordat Barendrecht de levendige gemeente van nu werd, bestond het uit landerijen, boerderijen en één dorpskerk. In de 14e en 15e eeuw lag het dorp dicht bij de Oude Maas, die regelmatig overstroomde. Om het water te bedwingen werden stevige dijken aangelegd — de Achterzeedijk, Middeldijk en Voordijk — waarna rond de Dorpskerk langzaam de dorpskern ontstond. Dat oude Barendrecht kwam vandaag opnieuw tot leven tijdens een bijzondere wandeling vol ontmoeting en verhalen.
Aan de activiteit namen zowel Oekraïense inwoners onder leiding van Olga Folkerts, projectcoördinator voor Oekraïense vluchtelingen in de gemeente Barendrecht, als VluchtelingenWerk deel, vertegenwoordigd door Emma Magassoumova, de nieuwe projectcoördinator van het project Goede Buur. Ook andere inwoners van Barendrecht waren uitgenodigd om mee te wandelen en elkaar beter te leren kennen.
De dag startte in de Huiskamer voor Oekraïners aan de Kruidentuin 10. Daarna volgde een historische wandeling in de vorm van een Vossenjacht, waarbij deelnemers onderweg “mensen uit de begintijd van Barendrecht” ontmoetten — vrijwilligers in historische kleding die verhalen vertelden over het leven van toen.



De wandeling begon met een levendig tafereel uit het verleden. Op de hoek van de straat verscheen een boerin in historische kleding, met een schort om en een mand vol groenten. Ze vertelde over haar leven “van heel lang geleden”, net terug van de veiling, terwijl ze een bloemkool omhoog hield en de groep nieuwsgierig aankeek. “Wie weet wat dit is? Eten jullie bloemkool in Oekraïne? Wat maken jullie ermee?” Groenten, recepten en herinneringen werden gedeeld om het verleden te verbinden met het heden.





Niet veel later verplaatste de groep zich naar het oude gemeentehuis, waar het thema democratie tot leven kwam. Daar stond raadslid Cees Schaap (VVD), die voor de gelegenheid in de rol van burgemeester kroop. Met open houding en duidelijke taal legde hij uit wat lokale politiek betekent: “Dit is uw huis. Het gemeentehuis is van ons allemaal — niet van de burgemeester alleen.” Hij vertelde dat er volgend jaar weer verkiezingen zijn op lokaal niveau, en dat iedereen de kans heeft zijn of haar vertegenwoordigers te kiezen. Zo werd democratie niet uitgelegd in ingewikkelde woorden, maar voelbaar gemaakt als iets van ons allemaal.






Langs de Dorpsstraat vervolgde de route haar weg langs oude gevels en verdwenen ambachten. Vrijwilligers vertelden over het Barendrecht van toen: een dorp vol wagenmakers, hoefsmidsen, herbergen en handelaren. Barendrecht was ooit een levendige tussenstop voor reizende kooplieden, waar paarden werden gestald en wagens gerepareerd.
Bij dit deel van de wandeling kwamen ook de klederdrachten tot leven. Twee vrijwilligers, gekleed als welgestelde inwoners uit de 18e eeuw, vertelden over hun leven in het oude dorpshart. Hun sierlijke kleding, met kanten kappen en geborduurde stoffen, liet zien hoe rijkdom en status destijds zichtbaar werden gemaakt.
Zij stonden bij het oude raadhuis en de voormalige burgemeesterswoning — plekken waar vroeger het dorpsbestuur zetelde en waar beslissingen over het dagelijks leven werden genomen. De gevelsteen met het wapen van Barendrecht herinnert nog altijd aan die tijd.





Bij Diggels werd het verhaal opeens wat spannender. Daar verscheen de herbergierster van weleer, die met veel expressie vertelde over een dorpsruzie uit de negentiende eeuw. Haar herberg was destijds “kort en klein geslagen” na een opstootje tussen boerenknechten en gezelschappen. Eén van hen — Harm, de boerenknecht — had in een vlaag van woede alle ruiten ingegooid. “Alles lag in diggels,” vertelde ze met gevoel voor drama, verwijzend naar het oude woord voor scherven. Het publiek luisterde geboeid, alsof het tafereel zich opnieuw voor hun ogen afspeelde. En zo werd ter plekke duidelijk waar het huidige restaurant Diggels zijn naam aan dankt. De herbergierster sloot haar verhaal af met een glimlach én een boodschap die de tijd moeiteloos overstijgt: “Als iets kapotgaat, moet je het samen weer opruimen.”
Een eenvoudige zin, maar met een betekenis die nog altijd overeind staat — over herstel, gemeenschap en samen verantwoordelijkheid dragen.





Even verderop, aan de Dorpsstraat, wachtte een ander soort verhaal. De groep stopte bij Bakkerij Pot, een van de oudste familiebedrijven van Barendrecht. Een vrijwilliger vertelde trots dat de bakkerij inmiddels zeven generaties oud is, en niet alleen bekendstaat om zijn brood en gebak, maar ook om zijn betrokkenheid bij de gemeenschap. “De familie doet veel voor de Voedselbank en goede doelen,” zei zij.




De wandeling eindigde met een sprong terug naar de school van vroeger. Een vrijwilliger, verkleed als juffrouw, stond klaar met een oude schooltas, een leesplank en ouderwetse schrijfspullen. Kinderen mochten de tas dragen, poseren voor de foto en even ervaren hoe het leren er vroeger aan toe ging. Voor sommigen was het nieuw, voor anderen een feest van herkenning. “Dat hadden wij ook op school!” riep een oudere deelnemer glimlachend.




Oud en jong, nieuwkomer en Barendrechter van het eerste uur — iedereen vond iets van zichzelf in dit kleine stukje geschiedenis. Taal en leren vormden hier de brug tussen generaties én tussen culturen.









Voor mij persoonlijk was deze dag meer dan een wandeling door het verleden.
Als raadslid heb ik opnieuw geleerd hoe belangrijk het is om geschiedenis te beleven door de ogen van inwoners, nieuw en oud, en te zien hoe sterk gemeenschap groeit door ontmoeting.
En als inwoner van Barendrecht raakte het me om te ervaren hoeveel warmte en inzet er schuilt in de mensen die onze samenleving dragen — van vrijwilligers tot collega’s, van organisaties tot dorpsgenoten.




Met grote dank aan alle vrijwilligers van Stichting Present, VluchtelingenWerk, de Oekraïense gemeenschap en de acteurs die met hun inzet en verhalen deze dag meer kleur gaven dan woorden kunnen beschrijven.