Een eerlijker beleid begint lokaal: inzichten van de VNG Kennisdag 2025

Op maandag 30 juni 2025 vond in congrescentrum 1931 in ’s-Hertogenbosch de VNG Kennisdag plaats. Deze bijeenkomst was bedoeld als breed platform voor kennisuitwisseling en ontmoeting tussen bestuurders, beleidsmakers, professionals uit verschillende domeinen en andere betrokkenen bij het lokaal bestuur. Het centrale doel was om langetermijnambities en maatschappelijke opgaven te verbinden met de dagelijkse praktijk van gemeentelijke uitvoering.

Het plenaire programma bood een overzicht van uiteenlopende thema’s die de komende jaren richtinggevend zijn voor gemeentelijk beleid en was vooral bedoeld om deelnemers kennis te laten maken met de verschillende sprekers en hun perspectieven. Er werd onder meer aandacht besteed aan bestaanszekerheid, aan de vraag hoe gemeenten bijdragen aan een gezonde en inclusieve samenleving, en aan de cruciale rol van lokale keuzes in de klimaat- en energietransitie. Sprekers benadrukten het belang van integrale benaderingen waarin gezondheid, participatie en sociale netwerken worden verbonden met armoedebestrijding, ruimtelijke ordening en duurzaam beleid. Ook kwam naar voren dat bestaande regels en structuren vaak onvoldoende aansluiten bij actuele maatschappelijke vraagstukken en dat er ruimte nodig is om te experimenteren, kennis beter te benutten en belemmeringen in wetgeving te signaleren.

Na het plenaire programma heb ik de masterclass over bestaanszekerheid gevolgd, waarin Tim ’S Jongers een confronterende analyse gaf van de manier waarop armoede doorgaans wordt benaderd. Vanuit persoonlijke ervaringskennis en kritische reflectie maakte hij duidelijk dat armoede geen individueel tekortschieten is, maar een structureel maatschappelijk probleem. Hij stelde dat beleid vaak gericht is op het behouden van bestaanszekerheid voor mensen die die zekerheid al hebben, terwijl mensen in bestaansonzekerheid afhankelijk blijven van gefragmenteerde en tijdelijke hulp. Ook werd kritisch gekeken naar de gehanteerde armoedegrenzen en de zogenaamde stressval, de voortdurende druk en onzekerheid waardoor rationeel handelen vaak onmogelijk wordt. De spreker pleitte voor een fundamenteel andere benadering waarin multiproblematiek niet wordt opgeknipt in deelinterventies, maar integraal en met structurele ondersteuning wordt opgepakt, met één regiehouder en duidelijke verantwoordelijkheid.

Daarna nam ik deel aan de deelsessie over vertrouwen in de bijstand, waarin uitgebreid werd ingegaan op de spanning tussen controle en vertrouwen bij de uitvoering van de Participatiewet en de voorbereidingen op de aangekondigde wetswijzigingen. Er werd besproken hoe het huidige systeem, waarin wantrouwen en naleving van uniforme regels centraal staan, leidt tot bureaucratie, stress en ineffectieve ondersteuning van mensen die tijdelijk of langdurig niet kunnen werken. Sprekers deelden praktijkvoorbeelden waarin gemeenten professionals meer ruimte geven om maatwerk te leveren en zo betere resultaten bereiken. De sessie liet zien dat een aanpak waarin vertrouwen uitgangspunt is in plaats van uitzondering niet alleen beter aansluit bij de werkelijkheid van inwoners, maar ook kan bijdragen aan een stabielere bestaansbasis en meer perspectief op participatie.

Tot slot volgde ik de deelsessie over kennisversterking in het sociaal domein, waarin werd stilgestaan bij de grote verschillen tussen gemeenten in minimaregelingen, inkomensgrenzen en voorzieningen, die leiden tot ongelijkheid en onvoorspelbaarheid voor inwoners. Er werd besproken dat sommige gemeenten bewust hogere regelingen aanbieden, terwijl anderen terughoudend zijn uit politieke overwegingen. De spreker illustreerde hoe in de toeslagenaffaire duidelijk werd dat veel beleid vanuit een systeemblik wordt geschreven, zonder dat het perspectief van burgers centraal staat. Ook werd benadrukt hoe stress en bestaansonzekerheid elkaar versterken, waardoor inwoners langdurig in een overlevingsstand terechtkomen en gemeenten vaak pas in actie komen als de problemen ernstig zijn. Een belangrijk onderwerp was de beperkte financiering voor armoedebeleid, waarbij structurele investeringen uitblijven en politieke keuzes soms leiden tot versnipperd beleid. Daarnaast kwam aan de orde dat kennis en uitvoering onder druk staan door personeelsuitstroom, een gebrek aan institutioneel geheugen en de versnippering van regelingen. De sessie maakte inzichtelijk dat veel gemeenten afhankelijk zijn van losse pilots en informeel uitgewisselde “best practices” en dat er behoefte is aan een stabiele, gedeelde kennisbasis en meer professionele samenwerking. Er werd afgesloten met fundamentele vragen over hoeveel verschillen tussen gemeenten acceptabel zijn, wie verantwoordelijk is voor bestaanszekerheid en hoe structureel kan worden geïnvesteerd in beleid dat daadwerkelijk werkt voor burgers.

De VNG Kennisdag maakte duidelijk dat gemeenten zich in de voorhoede bevinden van vrijwel alle grote maatschappelijke transities, zoals bestaanszekerheid, gezondheid, klimaatadaptatie en democratische vernieuwing. Tegelijk werd zichtbaar dat het succes van lokaal beleid in hoge mate afhangt van het vermogen om systemen kritisch te bevragen, kennis en uitvoering duurzaam met elkaar te verbinden en ruimte te creëren voor integrale en mensgerichte oplossingen.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *