Dag voor de Raad in Tilburg: Wat vraagt onze democratie vandaag van mij – en van ons?

In het stadhuis van Tilburg vond de Dag voor de Raad plaats, georganiseerd in samenwerking met de gemeente Tilburg en de Vereniging van Griffiers. Het thema van de dag raakte de kern van ons werk: de staat van de democratie, de aantrekkelijkheid van het ambt en de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen.

De burgemeester van Tilburg opende met een herkenbare oproep aan raadsleden: laat zien dat politiek ook anders kan. Niet door het gedrag uit Den Haag te kopiëren, maar juist door te tonen dat lokale politiek verbindend, zorgvuldig en geloofwaardig kan zijn.

Onder leiding van dagvoorzitter Richard Engelfriet lieten we ons inspireren door onder anderen columnist Marcia Luyten, hoogleraar Julien van Ostaaijen en stadshoogleraar Ton Wilthagen.

In de plenaire paneldiscussie ging het niet alleen over de verhouding tussen representatieve en maatschappelijke democratie, maar vooral over het pleidooi om de lokale democratie opnieuw als levende praktijk te zien. Marcia Luyten benadrukte dat democratie niet vanzelf werkt: zonder rechtvaardigheid, bestaanszekerheid en veiligheid verliezen mensen hun vertrouwen. De maatschappelijke democratie – zichtbaar in vrijwilligerswerk, coöperaties en buurtinitiatieven – is springlevend, maar vindt nauwelijks aansluiting bij de formele politiek. Juist daar ligt op lokaal niveau een sleutel, aldus Ton Wilthagen en Julien van Ostaaijen: via burgerberaden, informele ontmoetingen en versterking van netwerken kan dat vertrouwen worden herwonnen. Tegelijk waarschuwde Luyten voor de ondermijnende rol van sociale media, die polarisatie aanjagen via verdienmodellen gebaseerd op haat en nepnieuws – een dynamiek die terug te voeren is op een drieluik van technologische, culturele en economische ontwikkelingen sinds de jaren ’60. Daarom is het belangrijk te investeren in plekken waar mensen elkaar fysiek ontmoeten en tegenstellingen kunnen overbruggen, maar ook in mediawijsheid, zoals in het Heerlense project waarbij basisschoolleerlingen kritisch leren omgaan met nieuws. Burgerberaden kunnen bijdragen, mits ze niet vrijblijvend zijn en niet uitmonden in frustratie. Want uiteindelijk rust de democratie op een kleine groep actieve mensen, waaronder raadsleden, wier voorbeeldgedrag – in toon, inzet en houding – van grote invloed is op hoe anderen zich tot de politiek verhouden.

Tijdens de interactieve deelsessies doken we in thema’s die er écht toe doen voor raadsleden – zowel inhoudelijk als persoonlijk.


In de sessie “Macht versus Tegenmacht” werd onderstreept dat Tegenmacht bij de raad begint– niet als toevallige verzameling van fracties, maar als collectief dat verantwoordelijkheid draagt voor het publieke debat en voor democratische checks and balances. Dat vraagt van raadsleden dat zij durven in te grijpen wanneer besluiten ontsporen, maar ook dat ze ruimte geven aan college en samenleving waar dat passend is. Want niet elk geluid vanuit de samenleving vertegenwoordigt automatisch het algemeen belang. Juist daarom is de rol van de raad er een van politieke oordeelsvorming: belangen herkennen, afwegen en transparant beargumenteren. Daarbij komt ook de loyaliteitsvraag om de hoek kijken: ben je loyaal aan je fractie, je coalitie, je politieke overtuiging – of bovenal aan je rol als volksvertegenwoordiger? Die spanning hoort bij het ambt. Maar wie de raad reduceert tot coalitie versus oppositie, mist de kracht van het collectief. De raad als tegenmacht vraagt om een cultuur waarin raadsleden elkaar informeren, versterken en ruimte geven, óók over partijgrenzen heen. Om een raad die niet alleen reageert op participatie, maar ook zelf initiatief neemt. En om raadsleden die hun kennis van buurten, wijken en netwerken inzetten om te toetsen wat het college aan ons voorlegt. Tegenmacht betekent: weten wanneer je op je handen moet zitten en wanneer je moet opstaan. Het is kiezen wanneer je het debat aangaat, en met wie. En het is beseffen dat je als raad ook in een systeem opereert dat soms druk legt op volgzaamheid. Juist dan komt het aan op moed, verbinding en integriteit. Want wie als raad de samenleving serieus neemt, zal af en toe brutaal moeten zijn richting college – en tegelijkertijd bescheiden richting inwoners. In die balans zit de kracht van de lokale democratie.

Het meest persoonlijk raakte me de sessie van Kikkie Bakker over de mens achter het ambt. In een veilige setting werden we geconfronteerd met een vraag die velen van ons bezighoudt: ga ik door, of is het tijd om te stoppen? Via verbeeldingsoefeningen maakten we de balans op – niet vanuit zwart-witdenken, maar om scherp te krijgen wat voor ons écht telt: onze drijfveren, twijfels, grenzen en wensen. Het was confronterend, maar ook helend. Want politieke inzet is waardevol – maar mag nooit ten koste gaan van jezelf als mens.

Wat blijft hangen na zo’n dag? Voor mij is het de bescheiden maar dwingende vraag: hoe houd je koers in een democratie die steeds sneller verandert? Het raadswerk is geen vanzelfsprekendheid, en zeker geen solo-reis. Het vraagt om reflectie, samenwerking, en soms ook om herbezinning. Maar bovenal vraagt het om mensen die zich blijven inzetten – met overtuiging én met oog voor zichzelf en de ander. Want democratie is geen machine die vanzelf draait. Het is een systeem van mensen, voor mensen, gedragen door mensen.

Tina Jakoeb
Raadslid en fractievoorzitter PvdA Barendrecht

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *