Commissie Algemene Zaken en Financien 23 juni 2025
Op maandagavond 23 juni 2025 vergaderde de commissie Algemene Zaken & Financiën van de gemeente Barendrecht over drie belangrijke onderwerpen: de jaarrekening over 2024, de voorjaarsnota 2026 én onze gezamenlijke motie voor een ontmoetingsruimte in de Kruidentuin. Namens de PvdA-fractie voerden Daphne Plaizier en ikzelf het woord.
Kruidentuin: geef ruimte aan ontmoeting en initiatief
Samen met Nicoline Blankenstein (EVB) en Pieter Smit (GGP/ChristenUnie) diende ik de motie ‘Ontmoetingsruimte Kruidentuin’ in. De Kruidentuin is nu al een plek waar taallessen, kindermiddagen, maaltijden, muziek en ontmoeting plaatsvinden. Bewoners, vrijwilligers en maatschappelijke organisaties trekken hier al jarenlang samen op. Zij vragen nu: kunnen we meer betekenen – voor iedereen?
Onze motie stelt voor om een pilot van zes maanden te starten, waarin bestaande ruimtes in de Kruidentuin beter benut worden als ontmoetingsplek. Geen grote investeringen, maar het versterken van wat er al is.
“De behoefte is duidelijk, het draagvlak breed en de samenwerking is er al. We laten hiermee zien dat de gemeente niet alles zelf hoeft te organiseren – maar wél kan ondersteunen waar energie en initiatief al aanwezig zijn.”
De commissie reageerde positief. De motie wordt op dinsdag 1 juli behandeld in de gemeenteraad.
Jaarrekening 2024: mooie woorden, maar weinig onderbouwing
Tijdens de bespreking van de jaarstukken voerde Daphne Plaizier namens de PvdA het woord. Het college presenteert in veel gevallen ambities en positieve intenties, maar schiet tekort in het leveren van duidelijke onderbouwing, meetbare resultaten of structurele borging. Als gemeenteraad kunnen we dan niet controleren of het beleid werkelijk werkt – laat staan of het eerlijk en effectief is.
Wijkoverleggen: inspraak of vrijblijvende overleggroep?
De transitie van buurtagenda’s naar wijkoverleggen wordt in de beantwoording van het college positief neergezet. Er is sprake van een ‘betrokken kerngroep’, een geplande wijkschouw en structurele middelen. Maar wat dat precies inhoudt, blijft onduidelijk. Wij vroegen: hoeveel ambtelijke uren en welk budget zijn er dan beschikbaar voor deze participatie? En wat betekent het dat de actiepunten uit de buurtagenda’s ‘niet meer leidend’ zijn? Dreigt dit overlegmodel niet te verzanden in vrijblijvende gesprekken zonder democratische slagkracht?
Preventie en jeugdzorg: projecten zonder toekomst
In het sociaal domein zien we een zorgwekkende patroon van tijdelijke projecten zonder borging. Het project Het Kansrijk bijvoorbeeld laat bemoedigende resultaten zien – vijf van de acht kinderen stroomden succesvol door – maar er ligt nog steeds geen plan voor structurele voortzetting. Ook projecten rondom opvoedondersteuning, die 800 jongeren bereikten, lopen eind 2025 af. Waarom is daar nu nog geen budget voor gereserveerd? Bovendien is er voor de volledige nazorg aan ex-gedetineerden slechts één regisseur beschikbaar. Het college noemt dat voldoende, maar stelt tegelijk dat resultaten pas over een jaar zichtbaar zijn. Hoe wordt deze inzet dan nu gemonitord? En wat als blijkt dat het niet werkt?
Werk en inkomen: duurzame cijfers of schijnsucces?
Het college presenteert een uitstroompercentage van 91% uit de bijstand, maar baseert zich daarbij op een periode van zes maanden. Wij vroegen: hoeveel mensen vallen na die zes maanden alsnog terug? Zonder dit inzicht is het onmogelijk om te beoordelen of de uitstroom echt duurzaam is. Ook werd gesproken over ‘innovatieve werkplekaanpassingen’, maar wat dit concreet inhoudt blijft vaag. Waarom wordt niet transparanter gemaakt welke aanpassingen dit zijn, en of ze daadwerkelijk bijdragen aan structureel werk?
Wonen: wie biedt er nog perspectief aan starters?
De PvdA maakt zich grote zorgen over de kansen voor alleenstaande starters. Uit de beantwoording blijkt dat er in 2024 geen woningen voor hen gerealiseerd zijn. Waarom niet? Juist deze groep zit klem op de woningmarkt. Ook vroegen we kritisch naar de doorstroomregeling voor ouderen: goed bedoeld, maar in de praktijk levert het amper nieuwe woningen op voor jongeren. Welke aanvullende maatregelen worden overwogen?
Wmo: groeiende kosten, versnipperde oplossingen
De uitgaven aan huishoudelijke hulp (€4,5 miljoen in 2024) en maatwerkvoorzieningen (€2,3 miljoen) blijven fors. Vanaf 2025 stijgt het Wmo-budget naar bijna €8 miljoen per jaar. Dat is begrijpelijk gezien de groeiende hulpvraag, maar de versnippering van kleinere posten – zoals maatschappelijke opvang – baart zorgen. Ook zien we dat persoonsgebonden budgetten (PGB’s) in de Wmo sterk opkomen, net als structurele uitgaven voor beschermd wonen. Wij vroegen het college of hier voldoende regionale afstemming over is, bijvoorbeeld met betrekking tot vrouwenopvang en beschermd wonen.
De rode draad in onze bijdrage is helder: sociaal beleid moet niet drijven op losse projecten en vage ambities, maar op duidelijke doelen, structurele borging en inhoudelijke controle. Dat vraagt om scherpere verantwoording, meer transparantie en meer politieke keuzes. De gemeenteraad moet kunnen sturen – en inwoners moeten kunnen vertrouwen op continuïteit.
Voorjaarsnota 2026: financieel probleem zonder politieke richting
De voorjaarsnota 2026 laat Deze nota laat aanzienlijke structurele tekorten zien, met name in 2026 en opnieuw in 2028–2029. Om onder provinciaal toezicht te blijven vallen, moet de begroting structureel sluitend zijn in ten minste één van die jaren. Maar wat het college presenteert, is geen sluitende begroting, en ook geen heldere politieke koers. Er is een probleem – maar nog geen antwoord.
Het college schuift haar verantwoordelijkheid voor het maken van keuzes grotendeels door naar de raad. In plaats van voorstellen met afwegingen, wordt een lange lijst met “beïnvloedbare posten” voorgelegd: posten waarop eventueel gekort kán worden, zonder dat het college richting geeft of inzicht biedt in de maatschappelijke gevolgen. Dat is volgens de PvdA geen strategie, maar een risicoverplaatsing.
Wij hebben daarom gevraagd om een objectieve inschaling van de impact per post – zodat we als raad kunnen prioriteren op basis van maatschappelijke waarde. Die inschaling komt er niet. In plaats daarvan krijgen we losse beschrijvingen, zonder consistente onderbouwing. Maar hoe moet een raad dan een hondenlosloopgebied afwegen tegen een wijkteam? Een theatervoorstelling tegen GGZ-ondersteuning in de wijk? Dit is geen boekhouding – dit gaat over mensen.
Juist in het sociaal domein wordt dat pijnlijk zichtbaar. De kosten voor zorg, ondersteuning en preventie stijgen structureel. Tegelijkertijd bevat de lijst van het college zware ingrepen op essentiële voorzieningen, zoals wijkteams, praktijkondersteuning voor jongeren en preventieve hulp. Wij vroegen hoe het college gaat voorkomen dat juist deze bezuinigingen leiden tot hogere zorgkosten, langere wachttijden en verslechtering van bestaanszekerheid. Ook de stijgende kosten voor huishoudelijke hulp in de Wmo vallen op. Deze worden nu puur technisch opgelost via bijraming, maar waarom ontbreekt er nog steeds een beleidsmatige oplossing op korte termijn? Waarom wordt alleen gewerkt aan een nieuwe verordening op de lange termijn?
Het wijkteam zelf staat met een bedrag van 2,7 miljoen op de bezuinigingslijst – zonder dat er scenario’s of impactanalyses zijn uitgewerkt. Wij hebben gevraagd wanneer de raad deze scenario’s ontvangt, inclusief zowel de maatschappelijke als financiële gevolgen. Die informatie is essentieel om zorgvuldige besluiten te kunnen nemen.
Ook de financiële risico’s op andere terreinen worden onvoldoende zichtbaar. De algemene reserve blijft weliswaar net boven het vereiste minimum, maar grote projecten zoals de gebiedsontwikkeling bij Stationstuinen zijn nog niet volledig financieel verwerkt. Wij vroegen daarom hoe het college het totale risicoprofiel van de gemeente beoordeelt, als alle lopende projecten daadwerkelijk worden ingeboekt.
Wat bovendien ontbreekt in de lijst met beïnvloedbare posten, is een serieuze onderbouwing waarom bepaalde bezuinigingen juist wél te verantwoorden zouden zijn. Het college biedt alleen ruimte voor bezwaren, maar geen weging van argumenten vóór een besparing. Waarom wordt die politieke afweging niet voorbereid?
Tot slot stelden wij de vraag of het college bereid is om bij de begroting ook de maatschappelijke kosten van niets doen inzichtelijk te maken. Wat betekent het als we niet investeren in jeugdzorg, armoedebestrijding of preventie? Welke schade ontstaat dan – niet alleen financieel, maar ook sociaal?
Dit alles roept bij ons de fundamentele vraag op: waar ligt eigenlijk nog het kompas van dit college en waar staat het college voor? Want pas als daar een eerlijk en duidelijk antwoord op komt, kan de raad haar werk doen – en kunnen we keuzes maken die niet alleen financieel kloppen, maar ook sociaal verantwoord zijn.
Wat nu?
De gemeenteraad behandelt de motie Kruidentuin op dinsdag 1 juli. De behandeling en besluitvorming over de jaarrekening 2024 en de voorjaarsnota 2026 volgen op dinsdag 8 juli. Inwoners kunnen beide vergaderingen bijwonen in het gemeentehuis.
Wilt u deze vergadering terugkijken?
Dat kan via:https://barendrecht.raadsinformatie.nl/vergadering/1367527