BestuurGPT. Wat betekent AI voor het overheidsbestuur?
De invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op het openbaar bestuur neemt razendsnel toe. Tijdens de bijeenkomst Regiotour Algoritmes & AI: BestuurGPT, gehouden op 30 januari 2025 in het provinciehuis Zuid-Holland, in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, stond de vraag centraal hoe overheden actief kunnen omgaan met de kansen en risico’s van AI. Voor mij, als raadslid, was dit een waardevolle gelegenheid om inzicht te verdiepen in hoe deze technologie niet alleen beleidsvoering hervormt, maar ook de relatie tussen overheid en burger fundamenteel verandert.
Een belangrijk thema dat naar voren kwam, was de verschuivende dynamiek tussen mens en machine in het bestuurlijke proces. AI kan helpen bij het oplossen van complexe vraagstukken, zoals verkeersmanagement, energietransitie en sociaal beleid. Tegelijkertijd roept het vragen op over de menselijke controle: hoe waarborgen we dat beslissingen uitlegbaar, eerlijk en democratisch blijven? AI mag nooit een ‘black box’ worden die de politieke besluitvorming ondoorzichtig maakt.
Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat AI inmiddels meer is dan een hulpmiddel; het wordt een integraal onderdeel van hoe overheden functioneren. Er werd benadrukt dat AI niet alleen invloed heeft op administratieve processen, zoals fraudedetectie of klantcontact, maar ook direct ingrijpt in beleidskeuzes. Hoe prioriteren we bijvoorbeeld wie er als eerste toegang krijgt tot bepaalde sociale voorzieningen? Dergelijke vragen maken duidelijk dat AI altijd vergezeld moet gaan van een sterk ethisch en juridisch kader.
Daarnaast kwam de uitdaging van schaal en regulering aan bod. Terwijl commerciële techreuzen zoals Google en Meta de ontwikkeling van AI domineren, blijven gemeenten vaak worstelen met een gebrek aan kennis en middelen. Hoe kunnen lokale overheden effectief sturen op technologie, terwijl zij afhankelijk zijn van private partijen? Hier werd gepleit voor meer samenwerking tussen overheden op lokaal, nationaal en Europees niveau om technologische autonomie te vergroten.
Als volksvertegenwoordiger zag ik hoe AI ons dwingt om onze rol opnieuw te definiëren. Waar het vroeger voldoende was om beleid te controleren op basis van menselijke logica, vraagt AI om een dieper begrip van data, algoritmes en statistieken. Dit betekent dat raadsleden moeten investeren in hun kennis over digitale technologieën en kritisch moeten zijn op hoe deze worden ingezet.
Een belangrijk inzicht uit de bijeenkomst was dat AI transparanter kan worden gemaakt door middel van open standaarden en publieke toetsing. Het recht van burgers om te weten hoe beslissingen tot stand komen, moet prioriteit krijgen. Tegelijkertijd werd benadrukt dat we moeten voorkomen dat technologie ongelijkheid in de samenleving versterkt. Hoe zorgen we ervoor dat AI geen instrument wordt dat mensen uitsluit of discrimineert, maar juist kansen biedt voor iedereen?
Voor lokale overheden is AI al een realiteit. In de jeugdzorg worden algoritmes ingezet om risicogezinnen te identificeren. In de openbare ruimte worden camerabeelden steeds vaker geanalyseerd met geautomatiseerde systemen. En in de dienstverlening worden chatbots gebruikt om burgers sneller van informatie te voorzien. Dit roept fundamentele vragen op over ethiek, privacy en toezicht. Als raadsleden moeten we kritisch blijven op hoe deze technologieën in onze eigen gemeenten worden toegepast.
De bijeenkomst liet zien dat overheden niet kunnen afwachten tot AI volledig is ingebed in beleidsprocessen. Proactief sturen is essentieel. Dit betekent niet alleen het opstellen van ethische richtlijnen, maar ook investeren in educatie en samenwerking. AI is geen verre toekomst; het is hier en nu. Het is aan ons om de juiste balans te vinden tussen innovatie en verantwoordelijkheid, zodat AI bijdraagt aan een eerlijke, transparante en mensgerichte samenleving.